Verslag Groningse studenten NVGPT-congres

19 januari 2019

Op vrijdag 14 december vond het jaarlijkse congres van de NVGPT plaats met de titel 'Prosthodontics in Focus'. Aan de rand van Ermelo ligt het prachtige hotel 'de Heerlijckheid van Ermelo' dat onderdak bood aan het congres. De moderator was ditmaal de Vlaamse prof. dr. Hugo de Bruyn, die op kritische wijze de sprekers introduceerde en de discussie op gang bracht na afloop van de lezingen.

Prof. dr. Marco Cune (RUG, Groningen) beet het spits af door de zaal te introduceren aan de opleiding tot tandarts prothetisch-restauratief waarvan het examen in Edinburgh (Engeland) wordt afgelegd. Een pittige opleiding, blijkt uit het gemiddelde slagingspercentage van acht op de veertien deelnemers.

Meer inzicht over de opleiding werd gegeven door dr. Carolien Koolman, werkzaam in het CBT ‘Nij Smellinghe’ (Drachten), die de opleiding met succes heeft afgerond. Zij presenteerde casuïstiek gerelateerd aan de opleiding. Haar boodschap was vooral: leer van je fouten en heb altijd een antwoord op eventuele vragen.

Vlak voor de eerste koffiepauze begon dr. Wouter Kalk, MKA-chirurg in ‘Tjongerschans’ (Heerenveen) de eerste van zijn drie lezingen. Hij legde de nadruk op hoe belangrijk het is om een goede anamnese af te nemen en ervoor te zorgen dat je samen met je patiënten op één lijn zit. Bij het onderzoek is het belangrijk dat je de prothetiek de locatie van de implantaten laat bepalen en niet andersom. "Implantaten hebben recht op een goede prothese". Tot slot gaf hij nog een overzicht van de mogelijke röntgendiagnostiek tegenwoordig beschikbaar voor implantologie. Een CBCT is daarbij niet superieur, maar wel complementair. De boodschap was dan ook: weet wat je wil, houdt het ALARA-principe in gedachten en doe wat je nodig hebt.

Na de koffiepauze was het de beurt aan vader en zoon, Henny en Philip van Rijn, om de 'terugkeer' van de telescoopvoorzieningen te bespreken en de invloed van de digitalisering binnen de Tandheelkunde op het behandelproces. De overleving van de voorzieningen lijkt tot nu toe veelbelovend en het voordeel is dat bij het verlies van een element, dit makkelijk op te vullen is in de prothese. Ook hebben patiënten het gevoel dat, ondanks dat het een uitneembare voorziening is, deze vast zit.

Laurens den Hartog, werkzaam in zijn eigen implantologiepraktijk in Groningen en lid van de voormalige commissie die de KIMO-richtlijn uitneembaar heeft opgesteld, begon zijn lezing met het beschrijven van het proces van het opstellen van zo'n protocol. Na een uitgebreid literatuuronderzoek kwamen ze tot de aanbeveling dat het voor de onderkaak wenselijk is om twee implantaten te plaatsen bij patiënten die langere tijd edentaat zijn en klachten hebben aan de huidige prothese. Tussen een knop- of staaf mesostructuur zit weinig verschil, maar uit de literatuur blijkt dat een staaf mesostructuur wel wat meer stabiliteit biedt.

Na een stevige en kleurrijke lunch gaf Charlotte Jensen, winnaar van de NVGPT publicatieprijs, een korte samenvatting over haar onderzoek over implantaat-ondersteunde vrij-eindigende frames. In haar onderzoek werd geconcludeerd dat de kauwfunctie werd verbeterd en er geen verschil in positionering van het implantaat zat.

Ook Merel Verhoef viel in de prijzen met haar masteronderzoek waarin werd geconcludeerd dat er een zelf gerapporteerde link is tussen Parkinson en bruxisme. Het vervolgonderzoek zal bestaan uit een promotietraject.

Het tweede deel van de middag bestond uit de voortzetting van de lezingen van dr. Wouter Kalk. Op basis van verschillende casussen liet hij behandelmogelijkheden zien voor edentaat- en pre-edentate patiënten. Hij legde uit waarom het mogelijk was om iemand met optie 1 te behandelen en niet met optie 2 of 3 en vice versa. Dr. Kalk toonde ook waarom het niet altijd mogelijk was om implantaten te plaatsen vanwege de uitkomst van een 3D-planning. Zoals hij vaak zei, bepaalt de prothese waar de implantaten moeten worden geplaatst en niet omgekeerd. Er werd ook aandacht besteed aan tijdelijke implantaten, die in specifieke gevallen uitkomst kunnen bieden.

Ronnie Goené zette korte implantaten (ong. 5mm lang) in de spotlights. Wanneer er weinig bot is kunnen korte, maar vaak wel dikke, implantaten uitkomst bieden bij enkeltandsvervanging. De 1 jaars overleving was in zijn onderzoek 97%. Hiernaast werd de procedure voor immediate fronttandvervanging nader belicht. Aan de hand van casuïstiek werd verder toegelicht in welke situaties immediaat implanteren kan volstaan en wanneer het noodzakelijkerwijs op de traditionele manier te implanteren.

De moderator van de dag, Hugo de Bruyn, gaf de laatste presentatie van deze informatieve dag. Zijn lezing ging over de prevalentie, diagnose, voorzorg en nazorg van peri-implantitis. Er werd uitgebreid gesproken over oorzaken van peri-implantitis met als duidelijke boodschap: probeer peri-implantitis te voorkomen.

Wij danken de NVGPT hartelijk voor de mogelijkheid dit congres bij te mogen wonen!

Marjana Bosnjak, Marielle Peuchen, Bas Wemekamp, Jorden van Zeumeren, Jorn van der Schaar en Martijn Koole