Subsidie voor onderzoek Parkinson, bruxisme en TMD

24 januari 2019

De NVGPT heeft besloten aan het onderzoek ‘De ziekte van Parkinson, bruxisme en TMD’ van mevr. Merel Verhoeff een bijdrage van 10.000 euro toe te kennen. Het onderzoek zal bijdragen aan de vergroting van het inzicht in de relatie tussen bruxisme en TMD met Parkinson. Hierdoor zal er meer begrip komen voor de behandeling van bijvoorbeeld orofaciale pijn (TMD) bij deze patiënten met deze aandoening.


De ziekte van Parkinson (ZvP) is een neurodegeneratieve aandoening die bekend staat om zijn motorische verschijnselen, waarbij onwillekeurige bewegingen een grote rol spelen. Daarnaast zijn ook niet-motorische symptomen aanwezig, zoals pijn. Doordat Nederland vergrijst neemt de prevalentie van neurodegeneratieve aandoeningen toe. 
Bruxisme wordt gedefinieerd als een repetitieve kauwspieractiviteit, die gekarakteriseerd wordt door klemmen of knarsen met de tanden/kiezen en/of fixeren van, of duwen met de onderkaak. In het verleden is naar voren gekomen dat bruxisme centraal is gereguleerd en niet perifeer. Daarnaast bleek dat veranderingen in het centrale dopaminerge systeem een rol spelen bij bruxisme, evenals bij de ZvP.
Temporomandibulaire dysfunctie (TMD) is een overkoepelende term voor aandoeningen van de kauwspieren, het kaakgewricht en de aangrenzende anatomische structuren. Dit kunnen zowel pijnlijke als niet-pijnlijke aandoeningen betreffen. Bruxisme kan een risicofactor zijn voor het ontstaan van TMD.
In een recente voorstudie, gebaseerd op zelf-rapportage, is achterhaald dat mogelijk een verband bestaat tussen de bovenstaande aandoeningen, en dat zowel bruxisme als TMD meer aanwezig zijn bij mensen met de ZvP. Ook werd duidelijk dat mensen met de ZvP die pijn ervoeren, een hogere gemiddelde pijnscore hadden dan controlepersonen met pijn in het aangezicht.
Deze studie is opgezet om kennis te vergaren die klinisch relevant is voor zorgverleners, en vooral voor tandartsen(-gnathologen). Patiënten komen immers frequent naar een tandarts, niet alleen voor behandeling maar ook voor preventie. Door de mogelijke consequenties van bruxisme en TMD, zoals aangezichtspijn en een verminderde levenskwaliteit, is meer kennis op het gebied van de ZvP van belang. Daarnaast stijgt de prevalentie van de ZvP met als gevolg dat ook gerelateerde problemen toenemen. Wanneer deze factoren bekend zijn bij mensen met de ZvP, zouden tandartsen beter kunnen anticiperen en individuelere zorg kunnen leveren ter preventie en verlichting van symptomen van bruxisme of TMD. Wanneer mensen met de ZvP een risico lopen op gebitsslijtage, is een opbeetplaat een eenvoudig preventief middel dat effectief is en daarmee kan worden voorkomen dat een uitgebreide gebitsrehabilitatie nodig is. Ten slotte kan pijn voorkomen worden of beter worden behandeld wanneer blijkt dat bepaalde factoren hieraan bijdragen. Concluderend kan deze studie een bijdrage leveren aan meer welbevinden en een betere levenskwaliteit van mensen met de ZvP.
Er zijn verschillende doeleinden gesteld voor het onderzoek:
- Vóórkomen van bruxisme (tandenknarsen en -klemmen) en temporomandibulaire dysfunctie (TMD) bij mensen met de ziekte van Parkinson (ZvP) achterhalen met behulp van objectieve metingen.
- Factoren identificeren die de aanwezigheid of het ontstaan van bruxisme en/of TMD bij patiënten met de ZvP beïnvloeden.
- Gebitsslijtage, een mogelijk gevolg van bruxisme, in kaart brengen bij mensen met de ZvP.
- Kwantiteit en kwaliteit van speeksel (speekselsecretiesnelheid, zuurgraad en buffercapaciteit), een mogelijke verzwakker of versterker van gebitsslijtage, analyseren bij mensen met de ZvP.
Patiënten worden geïncludeerd via het Amsterdam UMC (locatie VU Medisch Centrum). Hier worden zowel patiënten gezien die nog niet de diagnose van de ZvP hebben gekregen, alsmede patiënten met een reeds gediagnosticeerde ZvP. De studie zal prospectief van aard zijn, om de resultaten te kunnen vergelijken met baseline en aldus causale verbanden te kunnen vaststellen. Factoren die bruxisme en TMD kunnen beïnvloeden (zoals ernst van de ZvP en medicatie) kunnen worden geïdentificeerd als zodanig. Voor het onderzoek wordt aan patiënten gevraagd een vragenlijst in te vullen (over spier- en gewrichtsklachten, hoofdpijn, gebitsslijtage, oprispingen/maagzuur en lichamelijke symptomen) en een mondonderzoek te ondergaan (algemeen mondonderzoek, gebitsslijtage screenen volgens de TWES, functieonderzoek volgens de DC/TMD en een speekseltest). Ook zullen patiënten gevraagd worden om thuis gebruik te maken van een mobiel EMG-apparaat (Grindcare) om te meten of er sprake is van bruxisme gedurende de nacht. Ten slotte zullen patiënten op een applicatie op hun telefoon vragen beantwoorden, om te bekijken of er sprake is van bruxisme gedurende de dag. De totale belasting van de vragenlijst en het mondonderzoek is 1 uur. De vragenlijst kan thuis worden ingevuld. Patiënten zullen na 6 en 12 maanden nogmaals een vragenlijst invullen en een mondonderzoek ondergaan. Alleen mensen die eenmalig in het medisch centrum komen zullen niet worden vervolgd over tijd door middel van het mondonderzoek; alleen de vragenlijst wordt herhaald.
Dit onderzoek loopt gedurende 4 jaar, hierna zal er meer inzicht zijn verkregen in de factoren die een rol spelen bij bruxisme en TMD bij een populatie van mensen met de ZvP. De verkregen kennis zal zowel nationaal als internationaal worden uitgedragen naar patiënten en de desbetreffende zorgverleners.
Dit onderzoek zal bijdragen aan meer inzicht in een relatie tussen bruxisme en TMD met de ZvP. Hierdoor zal er meer begrip komen voor de behandeling van bijvoorbeeld orofaciale pijn (TMD) bij deze kwetsbare patiëntengroep. Daarnaast kunnen, door meer inzicht te verkrijgen in deze factoren,  eenvoudige, effectieve, preventieve tandheelkundige behandelingen  vroegtijdig worden ingezet om  een uitgebreide gebitsrehabilitatie  te voorkomen.
 
Mevr. Verhoeff zal periodiek via deze website verslag doen van de vorderingen van het onderzoek.