NVGPT-lid in beeld: Lieke blokland

13 maart 2019

De NVGPT is een multidisciplinaire vereniging met drie aandachtsgebieden: prothetiek, waaronder de MFP, gnathologie en restauratieve tandheelkunde. Lid van de NVGPT zijn onder meer tandartsen, kaakchirurgen, fysiotherapeuten, tandprothetici en tandtechnici. Bij de leden van de NVGPT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een lid aan het woord over zijn of haar opleiding, werk en visie. Dit keer is de beurt aan Lieke Blokland, tandarts MFP en prothetisch-restauratief tandarts (RCS) in Zwolle.


“De uitgebreide casuïstiek spreekt me erg aan”
 

Opleiding
Studeerde van 2003-2008 tandheelkunde in Groningen en volgde in Zwolle/Groningen de opleiding voor mfp-tandarts (afgerond in 2016). Deed ook de opleiding prothetisch-restauratief tandarts (Royal College of Surgeons, Schotland), afgerond in 2015.

Werk
Ging aansluitend op de studie tandheelkunde werken bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) in Zwolle, waar ze coschappen deed, en een algemene praktijk in Hattem, waar ze eerder al een adoptiestageplek had. In 2016, na het afronden van haar opleidingen, stopte ze in Hattem om zich eerst volledig en later voor drie dagen per week te kunnen richten op het CBT-werk in Zwolle.

Lastige combinatie
“Ik vind de ervaring in een algemene praktijk wel heel erg belangrijk. Mede daarom was het moeilijk om in Hattem afscheid te nemen. Het was te lastig om te combineren met het CBT waar ik in ieder geval verder wilde. Dat is namelijk wat ik altijd al wilde doen.”

Uitgebreidere casuïstiek
“De uitgebreidere casuïstiek, de bijzondere dingen die je voorbij ziet komen, in de bijzondere tandheelkunde trekken me aan. Al vrij snel tijdens mijn opleiding tandheelkunde heb ik me daarin verdiept. Mijn masterscriptie heb ik gedaan bij bijzondere tandheelkunde in Groningen. Met de behandeling van die patiënten ben je vrij intensief met een wat groter traject bezig, zowel technisch als creatief is dat een uitdaging. Je treft bijvoorbeeld agenesie-, oligodontie- en schisispatiënten. Dat is vaak niet niks. Die neem je dan mee in een proces van uitgebreide reconstructie. Ik ben dan vooral restauratief prothetisch bezig. Oligodontiepatiënten zie je in principe op jonge leeftijd. Het is leuk om met hen een tijdelijk plan voor hun groeifase te maken. Hoe gaan we die fase overbruggen en hoe gaan we uiteindelijk naar de definitieve rehabilitatie toewerken? Dan ben je niet alleen technisch en creatief bezig, maar moet je ook alle wensen en verwachtingen bespreken. Omdat het een aangeboren aandoening is, heb ik veel mensen van dezelfde families als patiënt.”

Individueel opleidingstraject
“Ik heb een individueel opleidingstraject gevolgd. Ik heb dus eerst de RCS-opleiding voor prosthodontist gedaan. Dat heeft mij echt heel erg veel gebracht. Met Nederlandse collega’s spar je intensief over literatuur en lastige casuïstiek. Dat is de verdieping en de bagage waar ik elke dag nog veel aan heb bij alledaagse behandelingen. Het examen is een onafhankelijk toetsing. Na het behalen van het examen in 2015, waarvoor je in Schotland examen doet, ben ik met alle bagage die ik had direct doorgestoomd naar de afrondingen van de opleiding mfp. In het RCS-traject word je opgeleid tot prothetisch-restauratief denkend tandarts op een redelijk hoog niveau. De kennis en ervaring die ik opdeed met complexe reconstructies en rehabilitaties kan ik ook toepassen op de bijzondere patiëntencategorieën waar ik mee werk. De mfp-opleiding gaat weer meer in op de specifieke categorieën. Er is wel de nodige overlap. Omdat ik de mfp-opleiding deed vanuit Zwolle, waar we geen oncologiepatiënten behandelen in de acute of vroege fase, moest ik mijn oncologiestages volgen in het Anthonie van Leeuwenhoekziekenhuis en het UMCG.”

Kruisbestuiving
“Wat ik leuk vind aan het werk in Zwolle is dat we met een heel groot team werken met veel verschillende disciplines. We starten elke dag met een multidisciplinair overleg. Er is heel veel kruisbestuiving en samenwerking met tandartsen van angst- en gehandicaptenzorg, orthodontie, kindertandartsen, fysiotherapeuten, psychologen en mondhygiënisten. Ik zie echt dat dat in de patiëntzorg helpt. Het is leuk om elkaar bij patiëntenbesprekingen te betrekken en de verschillende visies en invalshoeken van elkaar te horen. De tandarts gehandicaptenzorg is bijvoorbeeld meer dan ik gericht op de gedragsmatige component.”

Echt het maximale
“De patiënten met wie ik werk hebben heel hoge verwachtingen. Als tandarts wil je graag dingen aanpakken en oplossen. Soms loop je gewoon tegen technische grenzen aan. Dat vind ik lastig en ik vraag me altijd af of ik toch niet meer kan doen voor zo’n patiënt. Maar die er soms meer bij gebaat dat je een grens stelt, omdat het technisch ophoudt. Het is frustrerend dat je het probleem dan niet helemaal kunt oplossen en de patiënt klachten blijft houden. Ik vind het moeilijk om te bepalen of ik echt het maximale heb gedaan. Het is ook lastig om patiënten in die keuzes, constateringen en bevindingen mee te nemen. Dan is het heel prettig om jezelf en de resultaten te toetsen in het team. Zo kun je moeilijke dingen toch tackelen. In Zwolle kan dat en heerst er een heel goede sfeer. Daarom ben ik zo blij om hier te werken.”

Nette manier
“Het vergt veel tijd om je administratie, verzekeringen en vergoedingen op een nette manier te organiseren. Dat varieert van aanvragen tot verwijzingen of overleg met externen. Dat gaat ten koste van patiëntentijd en dat wil je niet. De administratieve last is dus al snel te hoog. Ik denk wel dat het goed is om gesprekken te blijven voeren met zorgverzekeraars, want er zijn grijze gebieden waar de financiering niet goed geregeld is en waar we tegenaan lopen.”

Bewuste keuze
“Wat zo leuk is aan bijzondere tandheelkunde in vergelijking met algemene tandheelkunde, is dat je intensief moet nadenken en het je blijft uitdagen. De routineklussen voor de handigheid in de algemene praktijk mis ik af en toe wel. Er zijn nu dingen die ik bijna niet meer doe, maar dat weegt niet op tegen wat ik wel doe. Het was dus een heel bewuste keuze. Ik vind het wel gezond om feeling te blijven houden met de algemene praktijk. Je moet weten wat er speelt bij je verwijzers.
 
Tekst: Reinier van de Vrie