NVGPT-lid in beeld: Hasti Parvaneh

1 oktober 2019

De NVGPT is een multidisciplinaire vereniging met drie aandachtsgebieden: prothetiek, waaronder de MFP, gnathologie en restauratieve tandheelkunde. Lid van de NVGPT zijn onder meer tandartsen, kaakchirurgen, fysiotherapeuten, tandprothetici en tandtechnici. Bij de leden van de NVGPT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een lid aan het woord over zijn of haar opleiding, werk en visie. Dit keer is de beurt aan Hasti Parvaneh, tandarts MFP, tandarts-gnatholoog en onderzoeker.

“Je doet wat je kan, maar kunt niet iedereen redden”
 

Opleiding en werk

Hasti Parvaneh rondde haar studie tandheelkunde bij ACTA in Amsterdam af in 2010. Aansluitend volgde ze de driejarige opleiding orale kinesiologie bij ACTA. Vervolgens ging ze werken bij de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde (SBT) in Amsterdam en tegelijkertijd de opleiding voor maxillofaciale prothetiek (mfp) volgen. Die opleiding voltooide ze dit jaar. Tot 2016 werkte ze bij de SBT. Momenteel werkt ze drie dagen per week bij de afdeling bijzondere tandheelkunde bij de Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar. Daarnaast doet ze één dag per week promotieonderzoek bij ACTA. Ze heeft het werk in de bijzondere tandheelkunde acht jaar gecombineerd met werken in een algemene praktijk.

 

Protheses maken

“Toen ik na mijn eerste studiejaar in de zomer als assistente ging werken in een algemene tandartspraktijk vroeg ik me ernstig af of het wel wat voor mij zou zijn om tot aan mijn pensioen in een klein team in één praktijk te werken. Ik begon heel erg te twijfelen over mijn studiekeuze, hoewel ik het vak wel heel leuk vond en ook niet wist wat ik anders wilde. Een aantal jaar later kwam ik – toevallig – terecht in de praktijk waar de onlangs overleden tandarts-gnatholoog Jacques van der Zaag ook werkte. Ik kende hem van de interessante colleges op ACTA en keek ontzettend tegen hem op. Die vroeg me of gnathologie niet iets voor mij was. Dat was inderdaad zo. Van hem heb ik veel geleerd en hij heeft mij enorm geïnspireerd. Direct na het afronden van mijn studie ben ik de opleiding orale kinesiologie gaan doen. Tijdens die opleiding merkte ik dat ik ook veel interesse had in prothetiek. De allergrootste vorm van rehabilitatie: van niets naar iets. Dat had ik niet geleerd tijdens mijn studie tandheelkunde.”

 

Kwetsbare patiënten

“Ik behandel veel protheseproblematiek in combinatie met aangezichtspijn. Ook maak ik deel uit van het oligodontieteam van het ziekenhuis. Op die manier behandel en volg ik veel kinderen. Het werken met kwetsbare groepen vind ik gewoon heel leuk. Ook de samenwerking met kindertandartsen, angsttandartsen, artsen gehandicaptenzorg en anderen vind ik heel inspirerend. Er zit veel overlap in ons werk. Mijn collega van gehandicaptenzorg roept mij er bijvoorbeeld bij als er sprake is van een patiënt met gebitsslijtage. Collega’s zijn hier heel erg open om mee te sparren en heel erg creatief in het bedenken van oplossingen. We versterken elkaar.”

 

Zingeving

“Ik heb de bijzondere tandheelkunde tot een jaar geleden gecombineerd met de algemene praktijk, maar ik vond het lastig om te schakelen. In de algemene praktijk is het een stuk luchtiger. Mensen komen soms met kleine dingen. Dat is ook belangrijk, maar je gaat zoiets erg relativeren als je heel ernstige dingen ziet. Zorg leveren aan de kwetsbare patiënten, daar haal ik ontzettend veel zingeving uit. Voor die mensen kun je van grote invloed zijn op hun kwaliteit van leven. Als je daarin iets kunt verbeteren, verbeter je meteen hun levensstandaard. Maar ervaring in de algemene praktijk, is bijna wel noodzakelijk om snelheid en routine op te doen.”

 

Overwhelming

“Het werken in de bijzondere tandheelkunde is overwhelming. Je ziet heel veel ellende voorbij komen. Voor heel veel mensen ben je het eindstation. Sommigen hebben heel hoge verwachtingen en denken dat jij hun problemen gaat oplossen. Er hangt dus veel af van wat je kunt bieden. Dat is best zwaar en lukt niet altijd. Daar moet je echt aan wennen. Je ziet patiënten met complexe problematiek waarbij hun leven in het teken van hun klachten is komen te staan. Dat geeft soms het gevoel dat jij hen moet redden... Maar het is teamwork en de patiënt moet onderdeel zijn van het team. In het begin nam ik problematiek ook mee naar huis. Ik heb geleerd wat meer afstand te nemen. Ik heb vrede gesloten met mezelf dat ik niet iedereen kan helpen. Je doet wat je kan, maar daar zit een maximum aan.”

 

Toegevoegde waarde

“Ik vind het uitdagend om te kijken of ik klachten of pijn draaglijker kan maken voor mensen. Zeker als de eerdere behandelingen onvoldoende resultaat hebben gebracht. De oplossing hoeft niet per se in de tandheelkunde te zijn. Het heeft een enorme toegevoegde waarde dat we in de bijzondere tandheelkunde – meer dan medisch specialisten – best veel tijd hebben voor onze patiënten. Wij zien ze ook regelmatig, waardoor je een band met ze krijgt. Je kunt dan samen kijken wat er nog anders kan. Zo had ik een patiënt die na een operatie echt geen prothese kon verdragen om mee te eten. Ik kon wel een prothese maken waarmee ze weer op visite of naar de supermarkt kon. Het is een klein dingetje, maar zo’n patiënt voelt zich wel weer toonbaar. Dat voegt dan wel wat toe.”

 

Verschillende schijven

“De administratieve last is wel enorm. Het is ook lastig in een ziekenhuis om vaste assistentie te realiseren, omdat er veel wordt gerouleerd. Het nadeel van een grote organisatie is, dat het ook moeilijk is om iets te regelen omdat het altijd over verschillende schijven gaat. Veranderingen doorvoeren in de setting van een ziekenhuis is lastig. Bijzondere tandheelkunde is niet heel erg bekend in een ziekenhuis. Daardoor zullen niet alle afdelingen de weg naar ons snel vinden. Maar we doen ons best om zichtbaar te zijn, ook voor collega’s.”

 

Gnathologie en MFP aanvullend

“Er zit natuurlijk veel overlap in gnathologie en MFP. Als MFP’er richt je je vooral op prothetiek in combinatie met restauratieve tandheelkunde. Als gnatholoog richt je je wat meer op de psychologische aspecten en pijnbeleving. Dat vult elkaar ontzettend mooi aan. Sinds kort doe ik ook maandelijks mee met een studieclub van de RCS-opleiding voor prosthodontists. Vooral omdat het heel inspirerend is en je dan weer even de tijd neemt om de literatuur te bestuderen en te bespreken. Tandheelkunde is heel veel doen, maar het is ook goed om af en toe even stil te staan bij wat er over geschreven en onderzocht is. Daar kom je anders niet zo snel aan toe. Misschien ga ik er ook wel examen in doen, maar daarin kan ik mijn eigen tempo bepalen. Voor nu ben ik gewoon blij dat ik nog zoveel bijleer.”

 

Uniek

“Het unieke van bijzondere tandheelkunde in Nederland is dat het is ondergebracht in de basisverzekering. Maar er moet wel een indicatie voor zijn. Die regels zijn best streng. Soms komen mensen toch bij de bijzondere tandheelkunde terecht omdat ze wel een bepaalde zorg nodig hebben, maar dat niet kunnen betalen. Voor de verzekeraar is dat geen reden om het te laten vallen onder bijzondere tandheelkunde. Dus dan kunnen wij die patiënten helaas niet helpen.”

 

Soort thuis

“Ik ben ontzettend tevreden dat ik deze kant heb gekozen. Ik leer zoveel van werken in een groot team en met andere specialisten. Het is echt bijzonder werk en geen dag is hetzelfde. Dat maakt het uitdagend. Ik zou niet weten wat ik anders zou moeten doen en ik ga altijd met plezier naar mijn werk. Tijdens vakantie begin ik het te missen. Ik kan me ook niet voorstellen weg te gaan bij de universiteit. Onderzoek is weer een andere uitdaging. De afdeling orale kinesiologie voelt voor mij als een soort thuis. Ik wil nog wel weer een keer algemene tandheelkunde gaan doen. Ik denk dat het schakelen me nu beter af gaat en het is zo leuk om bijvoorbeeld kindjes in de praktijk te zien opgroeien. Gewone dagelijkse dingen, prettig ter afwisseling. Maar als je passie hebt voor bijzondere tandheelkunde ga je dat gebied niet snel verlaten, denk ik.”

Tekst: Reinier van de Vrie