NVGPT-lid in beeld: Gert Meijer

10 april 2020

De NVGPT is een multidisciplinaire vereniging met drie aandachtsgebieden: prothetiek, gnathologie en restauratieve tandheelkunde. Bij de leden van de NVGPT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een lid aan het woord over zijn of haar opleiding, werk en visie. Dit keer is de beurt aan Gert Meijer, hoogleraar orale implantologie en voormalig voorzitter van de NVGPT.


"Tandheelkunde is geen gokspel”

 

Opleiding en werk
Gert Meijer studeerde van 1974-1979 tandheelkunde in Utrecht. Hij werkte vervolgens bij de afdelingen partiële prothetiek en röntgenologie tot hij in 1982 fulltime in zijn eigen algemene praktijk in Gorcum ging werken. In 1989 begon hij parttime op het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) in Utrecht. Als een van de laatste tandartsen kreeg hij in 1992 de mogelijkheid de opleiding tot mka-chirurg te volgen, waarbij hij zich vooral richtte op de implantologie. In dat jaar deed hij de algemene praktijk van de hand. In 1996 rondde hij die opleiding af en promoveerde hij met het proefschrift ‘Flexible Bone-bonding Implants’. Hij bleef bij de afdeling mka van het UMCU werken totdat hij in 2006 naar het Radboudumc in Nijmegen ging, in eerste instantie als UHD-docent. In 2010 werd hij er hoogleraar orale implantologie.

Nooit gemiddeld
“Op veertienjarige leeftijd werd een ‘bobbel’ ontdekt in mijn gehemelte. Er moest met spoed een biopsie gedaan worden door een kaakchirurg in het Dordrechts ziekenhuis. Later werd ik opgenomen voor de definitieve tumorresectie. De behandelend kaakchirurg maakte indruk en heeft me wel een beetje op het spoor gezet van de tandheelkunde. Bij het CBT kwam ik later tegen wat me als tiener is overkomen en behandelde ik veel problemen met tandeloze kaken, schisis en oncologie, als ook aangeboren afwijkingen zoals oligodontie. Daar ligt mijn interesse. Het werk is nooit gemiddeld, geen patiënt is hetzelfde, je moet steeds weer opnieuw het wiel uitvinden, al ga je met veel ervaring natuurlijk wel een bepaald ritme herkennen. Ik vind het nog steeds fantastisch om patiëntenbehandeling te doen. Zoals ik het ook hartstikke fijn vind om eigen patiënten terug te zien.”

Verwerken
“Ik volg bijvoorbeeld al tien jaar een patiënt die door een ongeval zijn oog heeft verloren. Bij hem hebben we drie implantaten in zijn oogkas geplaatst waarop een kunstoog geklikt wordt. Hij kan daarmee weer goed werken. Met zo iemand maak je veel mee. Hij had verdrietige familieomstandigheden, later werd alles weer wat zonniger voor hem. Het is erg belangrijk dat hij het bedrijfsongeval, dat door iemand anders werd veroorzaakt, goed heeft verwerkt. Je moet niet in schuldgevoelens of allerlei financiële procedures blijven hangen. Als je niet meer goed functioneert op je werk gaat een werkgever ook moeilijk doen.”

Weer feest
“In Nijmegen doen we veel onderzoek naar verbetering van de techniek om implantaten te plaatsen. Ik vind het een uitdaging om me daar inhoudelijk in te verdiepen en oplossingen te vinden, om het vervolgens toe te kunnen passen. We krijgen in Nijmegen heel veel tandeloze patiënten die extreem geresorbeerd zijn en dus te weinig bot hebben voor implantaatplaatsing. Botverbreding doen we met een door ons ontwikkelde techniek waarbij we bot uit de bekkenkam in strookjes dakpansgewijs tegen de bovenkaak aanleggen. Als dat lukt, is dat altijd weer een feest, zeker als mensen dertig-veertig jaar tandeloos zijn geweest en al die jaren een dansend kunstgebit hebben gehad waarmee ze moeilijk konden praten, eten en zoenen. Die mensen kunnen dan opeens met een klikprothese de deur uit. Dan leven ze helemaal op.”

Plezier beleven
“In een ZonMw-onderzoek volgen we nu 36 mensen die afwisselend een traditioneel gemaakt klikgebit dragen en een klikgebit dat gemaakt is met een 3D aangestuurde techniek. Dat onderzoek loopt tot januari 2022. Zo proberen we te inventariseren waar een prothese aan moet voldoen en waar patiënten plezier aan beleven. Bij een klikprothese heb je geen gehemeltebedekking meer nodig. Zijn mensen daar wel of niet blij mee? Dat is nog maar de vraag als je veertig jaar met een afgedekt gehemelte hebt gelopen. Bij dat soort dingen sta je zelf niet altijd stil.”

Helden
“Onderwijs is fantastisch om te doen. Daar komt alles bij elkaar. Ik geef onderwijs in implantologie, parodontologie en chirurgie. Het is mooi om te zien dat studenten in een stage net zo enthousiast worden als ik dat ben geworden. Dan moet ik weer denken aan de docenten die voor mij helden waren, zoals Egyedi, voormalig hoogleraar kaakchirurgie, La Rivière die zeer kundig kroon- en brugwerk deed en Van Doorne van het CBT in Utrecht. Door die laatste ben ik op dit spoor gezet.”

Meer begrip
“Een eigen praktijk had ik niet kunnen en willen missen. Dat heeft me iets extra’s gebracht. Vooral ook omdat ik er inging met het idee dat ik dat veertig jaar lang zou gaan doen. Je maakt alle beginnersfouten en je hebt veel meer begrip voor waar zo’n praktijk voor staat. Daar heb ik wel heel veel van geleerd, zo wordt me steeds duidelijker. Je hebt wel zo’n vier tot vijf jaar nodig om het werk als algemeen practicus redelijk onder de knie te krijgen.”

Grote meerwaarde
“Van 2015-2018 ben ik voorzitter geweest van de NVGPT. Het kwam op mijn pad. En ik vind het een leuke club om er energie in te stoppen en belangrijk om een bijdrage aan te leveren. Zo leerde ik ook de organisatorische kant van het vak beter kennen. Zo’n vereniging is belangrijk omdat je dan korte lijnen krijgt met collega’s. Je zoekt ook in het digitale tijdperk iemand makkelijker op als je elkaar eerder hebt ontmoet. Persoonlijk contact wordt al snel vriendschappelijker. Dat is toch wel een grote meerwaarde. Ik vond het ook heel uitdagend om het jaarlijkse congres in Ermelo mee te helpen organiseren. “

Een kunst
“Het is een kunst om met patiënten om te gaan. De een wil een knuffel en bij de ander moet je afstand houden omdat die alleen maar zakelijk geïnformeerd wil worden. Dat voel je gewoon aan. Maar je moet altijd alert blijven. Als je denkt het allemaal in de hand te hebben, moet je stoppen. Ik heb ook weleens een inschattingsfout gemaakt bij de beoordeling of een patiënt een behandeling wel goed kon ondergaan. Met botopbouw en implantaten plaatsen ben je soms anderhalf jaar met iemand bezig. Sommige patiënten vinden dat te lang duren en worden daarom ongeduldig, ook al is dit uitgebreid van tevoren met ze besproken. Waar ik echt moeite mee heb, is als patiënten beloven te stoppen met roken en het niet doen. Bij botopbouw is er één groot rood bord: niet roken. Dat is gewoon ellende. Bot vergroeit dan niet goed en het implantaat verdwijnt gewoon in moerasgrond. Ik heb weleens opnieuw implantaten geplaatst omdat de betreffende mevrouw echt met roken zou stoppen. Maar drie dagen na de operatie maakte ze iets vervelends mee en rookte ze toch weer. Dat is echt onvoorstelbaar. De implantaten moesten er uiteindelijk weer uit. Ik had er gewoon niet aan moeten beginnen. Als je er geen vertrouwen in hebt, moet je het niet gaan doen. Daar moet je als behandelaar duidelijk in zijn. Ik ga voor 95% succes. Bij een lagere kans begin ik niet aan een behandeling.”

Net niet
“In het Radboudumc doen we veel werk over van anderen. Dat is natuurlijk heel uitdagend en voor mij geen ergernis. Ik vraag me wel af waarom tandartsen aan klussen beginnen als ze moeten kunnen weten dat het niet goed afloopt. Bij te weinig bot is het geen kwestie van pech hebben als het misloopt; bij implantologie moet je echt 1-1,5 mm bot om het implantaat heen hebben. Met minder gaat het gewoon niet goed; het dunne bot verdwijnt als sneeuw voor de zon. Alleen als je extra bot aanbrengt speel je op safe. Als behandelaar moet je vooraf risico’s inschatten. Tandheelkunde is geen gokspel.”

Prachtige afdeling
“Ik ervaar geen grote belemmeringen in mijn werk. Ik moet natuurlijk ook implantaataanvragen bij verzekeraars doen, maar ik heb redelijk goed contact met adviserende tandartsen en kan het altijd goed uitleggen. En ik werk op een prachtige afdeling met goede faciliteiten”
 

Tekst: Reinier van de Vrie.