NVGPT-lid in beeld: Geraldine Neirinckx

8 mei 2020

De NVGPT is een multidisciplinaire vereniging met drie aandachtsgebieden: prothetiek, gnathologie en restauratieve tandheelkunde. Bij de leden van de NVGPT zit een schat aan kennis en ervaring. Daarom laten we regelmatig een lid aan het woord over zijn of haar opleiding, werk en visie. Dit keer is de beurt aan Geraldine Neirinckx, onder meer tandarts-gnatholoog in opleiding en orofaciaal fysiotherapeut.


“Dankzij al mijn opleidingen kan ik heel gericht verwijzen“

 

Opleiding en werk
De in Gent geboren Geraldine Neirinckx heeft een indrukwekkend aantal opleidingen gevolgd na de middelbare school. In 2005 behaalde ze de academische graad van licentiaat in de kinesitherapie en de revalidatiewetenschappen aan de faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen van de Universiteit van Gent. Ze specialiseerde zich in orofaciale pijn en behaalde in 2009 het certificaat orofaciale fysiotherapie aan de Hogeschool van Arnhem/Nijmegen. Vervolgens startte ze in 2010 de opleiding `Postgraduate Program in Temporomandibular disorder and Orofacial pain’ aan het Radboudumc. In 2012 rondde ze die af en besloot ze tandheelkunde te gaan studeren bij ACTA in Amsterdam en zo haar zus te volgen die tandarts is. Na het behalen van haar tandartsdiploma in 2018 ging ze verder met de opleiding tot tandarts-gnatholoog aan het Radboudumc in Nijmegen. Die opleiding rondt ze dit jaar af.

Voor en tijdens haar studie tandheelkunde werkte ze als manueel therapeut/orofaciaal kinesitherapeut in Lier (België). Tijdens haar studie werkte ze ook als tandartsassistente in Nieuwegein en was ze student-assistent in het kronenonderwijs bij ACTA. Heden werkt ze als tandarts in een reguliere tandartspraktijk in Oostburg Makdo, als tandartsdocent bij ACTA en als tandarts-gnatholoog i.o. in het Haga Ziekenhuis en het Radboudumc Nijmegen.

Helemaal gedreven
“Na mijn opleiding tot fysiotherapeut in België en de orofaciale opleiding in Nederland, heb ik twee jaar met Anton de Wijer, de oud-opleider gnathologie, in het Academie Instituut Fysiotherapie in Utrecht gewerkt. Van hem heb ik veel geleerd. In die periode mocht ik als eerste fysiotherapeut de gnathologie opleiding in Nijmegen volgen. Ik leerde echter alles in theorie, terwijl ik niets praktisch mocht en kon uitvoeren. Zo bleef ik toch op mijn honger zitten, zoals dat in Vlaanderen wordt gezegd. Ik raakte nog meer geïnteresseerd en helemaal gedreven in de tandheelkunde. Toen heb ik de duidelijke keuze gemaakt om in tandheelkunde en gnathologie verder te gaan. Orofaciale klachten en temporomandibulaire pijn zijn nu eenmaal mijn passie.”

Bijzondere groep
“Ik vind gnathologiepatiënten een bijzondere en heel verscheidene groep. Dat maakt het voor mij zo interessant. Tijdens mijn opleiding manuele therapie vond ik TMD-klachten al superinteressant. Via mijn zus, die tandarts is, verdiepte ik me in literatuur en colleges van onder meer professor Lobbezoo. Nadat ik een programma bij dokter Okeson aan de universiteit van Kentucky had gevolgd, wist ik zeker dat ik me meer wilde specialiseren in orofaciale pijn. Zo behaalde ik het certificaat orofaciale fysiotherapie aan de Hogeschool van Arnhem/Nijmegen en kwam ik vervolgens te werken bij het instituut van Anton de Wijer in Utrecht. Daar werd mijn passie voor orofaciale patiënten alleen maar groter en verdiepte ik me er steeds meer in. Tegelijkertijd bouwde ik in de fysiotherapiepraktijk in België waar ik werkte een bestand op van patiënten op met orofaciale klachten.”

Een must
“Ik combineer mijn werk als tandarts-gnatholoog i.o. met de algemene praktijk. Ik vind dat een meerwaarde en voor wat mij betreft ook een must. Het is belangrijk om met je voeten midden in het werkveld te staan. Vaak hebben gnathologiepatiënten ook odontogene pijn en hebben ze tandheelkundige klachten. Als beginnend tandarts wil ik me ook nog verder in de tandheelkunde verdiepen. Het komt me ook van pas in de gnathologie dat ik me als tandartsdocent veel bezighoud met partiële kronen en de verschillende materialen waaruit die bestaan.”

Twee werelden
“Dankzij mijn opleidingen in de manuele therapie en orofaciale fysiotherapie heb ik een uitgebreide kennis over het menselijk lichaam en medisch gecompromitteerde patiënten. Ik weet veel van de cervicale en thoracale wervelkolom en tevens van hoofdpijn en orofaciale pijn. Daarnaast heb ik nu dus ook tandheelkundige kennis. Dat geeft een grote meerwaarde voor mijn werk als tandarts-gnatholoog. Als tandarts merk ik dat ik nu anders naar de patiënt kijk en dat ik nu meer tools heb om te kunnen behandelen. Beide werelden komen nu samen in de gnathologie opleiding. Meestal verwijs ik naar een orofaciaal fysiotherapeut. Maar als iemand reeds naar vele therapeuten is geweest, houd ik zelf de regie en help ik de patiënt eerst op pad voordat ik verder verwijs. Soms laat ik mime therapie oefeningen doen. Het is een grote meerwaarde dat ik de talen van twee professies spreek en zeer gericht kan verwijzen. Omdat ik nu tandarts in hart en nieren ben, zal ik me verder scholen op tandheelkundig gebied en niet meer in de fysiotherapie. Ik vind het een pluspunt dat ik opleidingen en programma’s heb gevolgd in onder meer Gent, Amsterdam, Nijmegen, Napels, Malmö en Kentucky. Zo kan ik goed vergelijken en dat reflecteert zowel op mijn theoretisch inzicht als op mijn praktisch handelen.”

Interessant programma
“Ik heb opleidingstrajecten in de gnathologie in Nijmegen en Den Haag gevolgd. Dat is zeer leerzaam, omdat de patiëntenpopulatie overal net weer anders is. Ook heb ik veel geleerd van collega’s bij ACTA en tijdens buitenlandse studieprogramma’s. De opleiding gnathologie bestaat uit theoretische blokken, praktijkervaring en wetenschappelijke verdieping. Ook ervaring in het onderwijs wordt aangemoedigd. Stages bij gnathologen zijn voor mij een meerwaarde voor een interessant programma.”

Topteam
“Ik vind het een uitdaging om beter te worden in de diagnostiek en behandeling van patiënten met gebitsslijtage. Als tandarts-gnatholoog i.o. in het Haga Ziekenhuis ben ik daarvoor op de goede plek. Daar werkt echt een topteam. Samen composiet opbouwen, intakes en gezamenlijke consulten uitvoeren, patiëntbesprekingen, multidisciplinaire besprekingen… dat is echt fantastisch. Met name tandarts-gnatholoog Carlijn van der Lugt en MFP-tandarts Liesbeth Boerrigter hebben me veel kennis bijgebracht en staan altijd voor me klaar.”

Grenzen bewaken
“Het moeilijkst vind ik de behandeling van meer complexe orofaciale pijnpatiënten. Ik heb daarbij echt moeten leren mijn grenzen te bewaken. Psychosociale aspecten kunnen bij deze patiënten een grote rol spelen. Dan is het erg belangrijk om een psycholoog bij de behandeling te betrekken. Soms wordt die al ingeschakeld voordat een patiënt bij mij komt, zodat je enig idee krijgt van de psychosociale belasting en de invloed daarvan. In zijn algemeenheid is het is erg uitdagend om multidisciplinair samen te werken bij complexe tandheelkunde. Bijvoorbeeld bij een volledige gebitsrehabilitatie in een sterk gemutileerd gebit van een patiënt met ernstige bruxisme.”

Bijzonder moment
“Ik heb zoveel patiënten met zeer uiteenlopende problemen behandeld, maar een man met erg veel pijn en slijtage van de 13 tot in de pulpa staat me nog heel goed bij. Samen met collega tandarts-gnatholoog Carlijn van der Lugt heb ik zijn gebit – na endo in de 13 – weer helemaal opgebouwd. Die man was zo dankbaar en blij met het resultaat. Dat was een bijzonder moment.”

Nieuwe G-codes
“Met de nieuwe G-codes van 2020 is het in de algemene praktijk soms nog weleens zoeken. Een patiënt verwacht niet altijd een rekening te krijgen voor een gnathologisch consult. Ook al vertel je het vooraf, ze kijken er toch vaak van op als ze zo’n honderd euro voor een consult en onderzoek (code G21) moeten betalen.”

Rooskleurige toekomst
“Mijn droom om tandarts te worden heb ik waar kunnen maken. Ik heb niet veel stress, maak bewust keuzes en ben blij en trots met wat ik nu heb bereikt. Dat ik nog tandheelkunde heb kunnen studeren, heb ik mede kunnen verwezenlijken door mijn ouders; familie en gezin. Daar ben ik hen dankbaar voor. Daarnaast heb ik dat te danken aan alle collega’s die me op allerlei manieren enorm gesteund hebben tijdens mijn werk en opleidingen. De toekomst van mijn vak zie ik ook rooskleurig. We krijgen meer naamsbekendheid als tandarts-gnatholoog. Er wordt met veel enthousiasme gewerkt. Het is goed dat we onze competenties kunnen aantonen en dat de beroepstitel wordt beschermd. Zelf wil ik nu eerst vooral genieten van de weg die ik heb afgelegd en van de jobs die ik momenteel heb. En thuis met mijn echtgenoot en driejarig zoontje Jack, die mijn alles zijn.”


Tekst: Reinier van de Vrie, 2020