Bruxism and physical therapy, a physio-logical perspective

2 april 2019

Op woensdag 8 mei 2019 zal mevrouw Simone Gouw aan de Radbouduniversiteit te Nijmegen haar proefschrift getiteld 'Bruxism and physical therapy, a physio-logical perspective' verdedigen. Promotor is prof. dr. N.H.J. Creugers, co-promotoren zijn dr. S.I. Kalaykova en dr. A. de Wijer. Simone Gouw ontvangt een bijdrage van de NVGPT in de kosten van de promotie. Hieronder volgt een samenvatting van het proefschrift.

Tandenknarsen doe je met je nek. Bij het aanspannen van de kaaksluiters, spannen de nekspieren immers ook aan. Een beoordeling van de nek, als onderdeel van het bovenste lichaamskwadrant, is dan ook onmisbaar bij patiënten met bruxisme.

Het complexe fenomeen bruxisme, in de praktijk vaak te simpel benaderd, gaat niet alleen het kauwstelsel en het gebit aan, maar ook de nek-schoudergordel. Zoals uitgebreid beschreven in de literatuur, zijn er connecties op meerdere niveaus tussen kaak en nek: (1) bewegingen en positieveranderingen in de nek veroorzaken bewegingen en positieveranderingen in de kaak en vice versa, (2) pijn in een structuur geïnnerveerd door de zenuwwortels van de bovenste nekwervels kan worden ervaren in een regio geïnnerveerd door de nervus trigeminus, en (3) tijdens verschillende bijttaken is co-activatie tussen de kauw- en nekmusculatuur aanwezig.

Eén van de studie uit het proefschrift ‘Bruxism and physical therapy – a physio-logical perspective’ van Simone Gouw, orofaciaal en psychosomatisch fysiotherapeut en fysiotherapeut-gnatholoog, evalueert de coherentie tussen de kauw- en nekmusculatuur tijdens slaapbruxisme. Terwijl co-activatie slechts een visuele beoordeling is, evalueert coherentie de mate van correlatie in het frequentiespectrum tussen twee spiersignalen, beschrijft daarmee een temporele relatie en representeert een functionele koppeling. Bij 84,9% van de 632 bruxisme episodes die in de studie zijn geanalyseerd werd een significante coherentie met de nekmusculatuur gevonden. Bovendien waren de piekfrequenties van kauw- en nekmusculatuur significant gecorreleerd. Deze correlatie bekrachtigt het concept van een centrale regulering van slaapbruxisme. De studie discussieert de mogelijkheid van een gemeenschappelijke generator of circuit in de hersenstam, onder andere leidend tot kauwspieractiviteit (zie huidige definitie van bruxisme) maar dus ook tot activiteit in de nekspieren. Een functieonderzoek van het gehele bovenste lichaamskwadrant, en indien geïndiceerd fysiotherapeutische behandeling van de nek, is zodoende onontkoombaar.